Wat?
We vragen meer inspanningen om mensen in armoedesituaties bij beleid te betrekken.
Want we worden vaak vergeten en dus niet gehoord.
Wij hebben er alvast zelf werk van gemaakt tijdens een intensieve groepswerking in De Zuidpoort.
We gingen op zoek naar de dingen die het verschil kunnen maken.
Wat hebben mensen in een maatschappelijk kwetsbare situatie nodig om aan beleid te kunnen participeren?
Als resultaat hebben we nu heel wat aanbevelingen op een rijtje.
We noemen die zelf ‘de ingrediënten van een Beste Burger’.
Paul Verhaeghe
Emeritus hoogleraar Ugent
Hulp bij het helpen
Wereldwijd is er een probleem met toenemende ongelijkheid. In Vlaanderen hoor je vooral de middengroep daarover klagen. Als je de wetenschappelijke informatie ter hand neemt, ligt de realiteit anders: in de periode van 1985 tot 2013 worden de tien procent armsten steeds armer, terwijl de midden- en bovengroep er behoorlijk op vooruit gaan, en sedertdien is de kloof nog breder en dieper geworden. Ook op dit vlak schiet de Vlaamse overheid schromelijk tekort. Bovendien komen de weinige maatregelen die er zijn, vaak niet terecht bij de juiste doelgroep.
Klik hier om verder te lezen
De belangrijkste verklaringen zijn verkeerde hulp (wat heb je aan huursubsidie als je geen huis vindt?) en verwarrende communicatie. Beide problemen kunnen aangepakt worden met dezelfde oplossing: burgerparticipatie. Concreet: betrek mensen-in-armoede vanaf een zo vroeg mogelijk moment bij het nadenken over welke maatregelen hen het meest zullen helpen, op korte termijn en (nog beter) op lange termijn; bij het nadenken over de uitvoering ervan en ja, ook bij het nadenken over een degelijke evaluatie van de effecten. Vooraleer je met dit alles enthousiast start, moet je eerst grondig stilstaan bij een gemeenschappelijke taal – een bord met “ANALFABETEN, LEERT LEZEN!” helpt niet echt. Anders gezegd: burgerparticipatie kan slechts slagen mits een degelijke omkadering. Daarom sta ik honderd procent achter het Beste Burger-initiatief van de Zuidpoort, waarmee zij ingaan op het mooie voorstel van het Gentse stadsbestuur omtrent burgerparticipatie. Vanuit hun ervaring in het werken met mensen in armoede, weten de Zuidpoorters maar al te goed dat armoede ongelijkheid betekent, wat al snel langs beide kanten van de ongelijkheidskloof onbegrip wordt, en vervolgens wantrouwen. Wil je samenwerken, dan is vertrouwen onontbeerlijk. Vertrouwen opbouwen vraagt tijd, maar niet alleen tijd, ook daadwerkelijke ervaring. Participeren betekent niet “Wij spreken af dat jij…”, wel dat wie meewerkt ook meebeslist, zij het met kennis van zaken. Kennis langs beide kanten: wie mensen in armoede wil helpen, heeft meestal geen flauw idee wat dat in de praktijk betekent; wie in armoede leeft en mee mag beslissen, heeft meestal geen flauw idee over het hoe en waarom van bepaalde voorstellen. Ervaringsdeskundigen zijn ondermeer deskundig omdat ze kennis hebben over beide kanten. De Zuidpoort wil hulp bieden bij helpen. Ze beschikt over de nodige kennis, en heeft ook de mensen in huis die weten wat armoede is. Ze biedt haar expertise aan om de participatieprojecten waar te maken, zowel aan organisaties als aan individuen, zowel bij kortdurende iniatieven als langdurige projecten. Hun hulp garandeert de werkzaamheid van uw project. Maak er gebruik van! Paul Verhaeghe Emeritus hoogleraar Ugent.
Simon Allemeersch
Kunstenaar
Waarom ik een hekel heb aan participatie
Rosa gaf een brood aan haar buurman. Margriet werd naar buiten gedragen door haar buren. W. zorgde voor de man die in het ziekenhuis lag, tot die man overleed. F. bleef zich inzetten voor organisaties, ondanks het gevoel nooit serieus genomen te worden. Astrid kookte voor de gasten die op haar zetel sliepen. A. nam zijn vroegere dakloze vriend in huis. E. gebruikte haar kelder niet meer omdat er een gezin in sliep. F. verzorgde zijn vrouw tot ze stierf. C. deed dat ook voor zijn vrouw. De vrouwen van de derde blok kwamen op bezoek na de grootste diefstal en brachten materiaal om op te ruimen, of om te vervangen wat gestolen was. Ch. hielp de kunstenaars, en hij vond het zo een goed project dat hij het logo van het project op zijn linkerarm liet tatoeëren. Fr. vond dat leegstaande appartementen naar daklozen moesten gaan. J. bakte taart voor de toeschouwers van een expo, zoals ze al jaren deed voor anderen. Bewoners lieten de toeschouwers binnen in hun appartement, gaven uitleg bij het werk en stuurden de toeschouwers dan door naar het volgende appartement.
Niemand had deze mensen om participatie gevraagd.
Klik hier om verder te lezen
Wie leeft zal proberen betekenisvol te interageren met zijn of haar omgeving. Misschien wordt die intentie niet altijd opgemerkt door die omgeving. Of strookt die interactie niet altijd met de verwachtingen van die omgeving. Solidariteit tussen mensen in precaire omstandigheden is ook vaak onzichtbaar. Wie zijn of haar buren helpt in een woonblok zal dat snel doen, zonder er veel ruchtbaarheid aan te geven. R. uit de Watersportbaan zegt: ‘Ik help mijn buurman wel, maar hou dat stil. Voor je het weet moet ik de hele blok helpen.’ Solidariteit tussen private personen is een private kwestie – waarom zou dat voor bewoners van een woonblok anders zijn? Mensen participeren omdat ze mensen zijn. Ze doen dat ondanks de omstandigheden waarin ze leven, de manke voorzieningen en het gebrek aan institutionele betrokkenheid. Wie dan met een ideetje rond participatie langskomt behandelt hen vaak als bons sauvages – onwetende wezens die het licht nog moeten zien. Maar er bestaan geen nobele wilden: mensen hebben een geheugen en zijn gevormd door voorbije ervaringen, in een leefwereld die gevormd is door een geschiedenis van ongelijke ruimtelijke ontwikkeling en structureel onrecht. De uitdrukkelijke vraag om participatie aan die mensen die zich al heel lang in moeilijke omstandigheden inzetten, en de impliciete boodschap dat samenlevingsproblemen zouden voortkomen uit het feit dat zij te weinig participeren, strooit alleen maar zout in de wonde. Een gespecialiseerde vraag om participatie (wat vindt u van de nieuwe … ?) kan je niet stellen zonder rekening te houden met die voorbije ‘brede’ ervaringen, of zonder het fundament van een voorafgaande verstandhouding. Anders komt die vraag altijd te laat, en krijg je altijd een antwoord waar je niet om gevraagd had. In het beste geval resulteert dat ineen geforceerde nabijheid. Mensen worden gevraagd om mee te werken aan een nieuw beleidsprojectje, terwijl men al jarenlang leeft met de spoken van grootschalige maakbaarheid, en de herinnering aan een sterkere welvaartsstaat. Bewoners kennen ook de ongelijke verdeling van de participatievraag. Er is immers nog nooit iemand in een villawijk van deur tot deur gaan vertellen dat mensen meer moeten participeren, als antwoord op structurele problemen. Zo is een vraag om participatie niets anders dan de disciplinering van veel te lastige doelgroepen, opgezet door een papieren overheid. Het eigenlijke werk zou moeten liggen in het creëren van omstandigheden waarbinnen mensen iemand kunnen zijn. Ongeacht de ideeën en verlangens van een overheid. Dan zijn we niet meer bezig met een vraag om participatie, maar gaan we op zoek naar structurele en institutionele veranderingen die nodig zijn om die omstandigheden te creëren. Nu wordt het interessant. Van de Franse pedagoog Fernand Deligny kunnen we de term ‘createurs des circonstances’ lenen. Maar dat is geen titel die te nemen of te laten is – die verantwoordelijkheid hebben we sowieso. In de Sovjet-Unie bestond er een parallelle werkelijkheid. Apparatsjiks beschreven om ter best de successen van het systeem, los van wat er elke dag in de levens van mensen gebeurde. Soms, als ik op een vergadering zit, en het gaat over good practices, participatie en commons – lijkt het wel alsof de glorievolle toekomst van het socialisme is teruggekeerd. Het enige betekenisvolle gebruik van het woord participatie luidt als volgt: Hoe participeren instituten en overheden structureel in de leefwereld van mensen? Hoe komt het dat men daarbij zo weinig kennis heeft opgebouwd over die leefwereld? Wat schort er aan de participatie van overheden en instituten? Simon Allemeersch
Kunstenaar
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.