Vrijwilliger Marianne over De Serre

Marianne (49) is sinds vijf jaar vrijwilliger bij de Zuidpoort. Iedere donderdag van 14 tot 16 uur houdt ze de bar open tijdens de Ontmoeting. Ze kwam bij De Zuidpoort terecht na een ziekteperiode. Het vrijwilligerswerk gaf haar weer een doel in het leven. Marianne leerde De Serre kennen dankzij De Zuidpoort en Bij Pino. Maar de locatie kent ze al veel langer: ze groeide op in Nieuw Gent. Toen de Kring nog bestond, was dit haar uitgaansbuurt.

“Je leert mensen kennen waar je normaal gezien nooit contact mee zou maken.

Met De Zuidpoort proberen we de mensen naar buiten te lokken. We maken mondeling reclame, er zijn affiches en er worden sms’jes rondgestuurd. Zo vertrekt er iedere week een berichtje met een uitnodiging voor de Ontmoeting, waarop iedereen welkom is. We bereiken nu een breder publiek dan vroeger met De Zuidpoort. Mensen maken mondeling reclame. Dat gebeurt spontaan, er moet niets. We hebben ervoor gezorgd dat de koffie nog steeds gratis is tijdens de openingsuren van De Zuidpoort. Al de rest is betalend, maar de prijzen zijn zeer schappelijk.

Tijdens de Ontmoeting doen we een babbeltje, spelen we een spelletje, organiseren we een naaiatelier … Zowel de babbels als de activiteiten trekken mensen aan. De Ontmoeting is belangrijk voor De Zuidpoort. Sinds we in De Serre zijn, sluiten ook mensen van Poco Loco aan. Ik vind dat een goede zaak. Zo leer je mensen kennen. Ik heb al mensen van Poco Loco zien veranderen. Ze komen ook voor ons, ze durven ons aanspreken. Die openheid is nieuw. Mensen durven meer. Ze schuiven aan en bloeien open. Dat ligt aan de plek, maar ook aan de medewerkers, die goed weten wat er nodig is. Mensen kunnen bij mij terecht voor een babbel. Dat stopt niet bij de uren waarin ik vrijwilligerswerk doe: ik merk dat ik ook op andere momenten word aangesproken.

Tijdens het naaiatelier geeft Veronica naailes en ondersteuning. Mensen komen naar hier met hun naaiwerkje of hun herstelwerk. Onlangs kwam er een Turks koppeltje langs dat gordijnen wilde inleggen. Dat kan hier onder begeleiding. In het atelier wordt samengewerkt om dingen te maken. Wij maakten al een pingpongtafel, en nu werken we aan een tribune die voor meerdere activiteiten gebruikt kan worden.

Deze plek is belangrijk voor Nieuw Gent. In het begin kwamen mensen vooral via de verschillende verenigingen naar hier, nu komen er ook anderen langs. Zo bracht ik eens mijn mama mee, hoewel ze altijd een huismus is geweest. Ik denk dat deze plek groeit doordat ze al zo goed is ingeburgerd.

Wat ik in De Serre wel mis, zijn de aparte gesprekken. In De Zuidpoort werden we aangesproken en probeerden we een probleem op te lossen. Hier is dat moeilijker omdat het soms te groot is. Je wordt al sneller gestoord door mensen die zelf hun verhaal willen doen. Iedereen hoort je hier, intieme gesprekken zijn er minder. Ik heb geen goed zicht op hoe anderen dat ervaren, maar ik hoor wel eens dat het huiselijke karakter verdwenen is. Sommige mensen komen minder om die reden – al zal corona daar ook aan bijgedragen hebben. Dit was vroeger mijn uitgaansbuurt. Ik ontmoet wel eens mensen die hier vroeger ook kwamen, maar die ik uit het oog verloren was. Deze plek is vergelijkbaar met de Kring van vroeger, waar jongeren naartoe kwamen. Het echte cafégebeuren is er niet meer, maar verder is het wel vergelijkbaar. Veel mensen komen hier omdat ze thuis alleen zijn. Hier kunnen ze aan een schappelijke prijs iets drinken, buiten zitten … Nu gaan de activiteiten overdag door, ’s avonds is hier niets te doen.

Naar mijn gevoel zou het tof zijn om ook op zaterdagavond in De Serre terecht te kunnen. Want wat is er nog in deze buurt? Alles valt weg. De jeugd heeft niet echt een eigen plek. Ik denk dat het hen zou helpen om van straat weg te blijven. Die jonge gasten komen hier soms spelen of rondhangen bij sluitingstijd. Ook Bij Pino zat de jeugd buiten, al was het maar omdat ze er het internet konden gebruiken.

Nu bereiken we de jongeren enkel wanneer we uitstappen doen, of cinematickets verkopen. Anders komen ze nooit. Maar de werking van De Serre draait grotendeels op vrijwilligers, dus ik begrijp volkomen dat het moeilijk is om ook nog eens ’s avonds en op zaterdag de deuren te openen.

Hier leer je iedereen en niemand kennen, en dat is het leuke. Ik werd eens voorgesteld aan Lise, en zij hielp mijn zoon toen dat nodig was. Dankzij deze werking leerde ik straathoekwerkers kennen. Ik had er nog nooit van gehoord. Ook toen ik tijdens corona meehielp met de voedselbedeling, ontmoette ik straathoekwerkers en andere mensen. De samenhorigheid hier vind ik mooi. Je leert mensen kennen waar je normaal gezien nooit contact mee zou maken. Ik denk dat iedereen zich hier kan thuis voelen. Ik hoop dat De Serre mag blijven. Als de deuren over enkele jaren weer sluiten, wat dan? Ik vrees dat iedereen dan weer op straat staat en zijn eigen weg opgaat.