bron: De Wereld Morgen
Op zich is er niets mis mee om werkzoekenden te motiveren en te begeleiden naar een job, en ook niet om hen te wijzen op hun plichten en verantwoordelijkheden. Het probleem is echter dat het beleid minder oog heeft voor de huidige realiteit van de arbeidsmarkt, voor de rechten van werkzoekende en werknemer en voor de structurele problemen in onze maatschappij. Dit alles bemoeilijkt de zoektocht naar werk of het behoud van een job.
Opmars
Heel wat werkzoekenden in armoede stoten op allerlei drempels: een tekort aan laaggeschoolde jobs, discriminatie en uitsluiting van bepaalde groepen werkzoekenden op de arbeidsmarkt, gebrek aan (betaalbare) kinderopvang, ondoenbaar openbaar vervoer, geen trajectbegeleiding (op maat), en niet het minst concurrentie met hooggeschoolde afgestudeerden, jobstudenten en gedetacheerden.
Bovendien zijn de eisen op de arbeidsmarkt veranderd. De eis van meer flexibiliteit vertaalt zich in de praktijk naar een opmars van uitzendwerk (dag- of weekcontracten, tijdelijke of vervangingscontracten), deeltijdse contracten, avond- en weekendwerk. Voor gezinnen met een lage arbeidsintensiteit (alleenstaanden, invalide partner) die afhankelijk zijn van een laag inkomen, biedt dit soort jobs echter geen uitkomst. Mensen werken dan weliswaar, maar blijven arm.
Uitbesteding
Daarnaast voelen werkende mensen in armoede de prestatiedruk. Een leven in armoede wordt vaak gekenmerkt door een verwevenheid van problemen, door onvoorspelbaarheid, onzekerheid, acute crisissen. Op bepaalde momenten zet dit ook het functioneren op het werk onder druk. Daar is echter nog maar weinig begrip. Wie niet mee kan, valt tegenwoordig snel uit de boot. Uitzendkrachten zijn omwille van hun tijdelijke contracten daar vaak het eerst de pineut van, maar meer en meer zien we hetzelfde gebeuren bij vaste arbeidskrachten in de reguliere en zelfs in de sociale economie.
Tegelijkertijd zien we in tijden van budgettaire krapte dat overheden besparen op personeel, door ontslagen, aanwervingsstops, uitbesteding van diensten en dus van personeel. Vaak zijn laaggeschoolden hier de dupe van, zoals het personeel bij de poetsdienst, keuken, onderhoud, afvalophaling, groendiensten, enzovoort.
Begeleiding
Meer werkende armen, meer mensen zonder job, meer mensen in armoede dus. Het Netwerk tegen Armoede vraagt dan ook op de eerste plaats dat de overheid inzet op het behoud en uitbreiding van kwaliteitsvolle duurzame jobs voor laaggeschoolden in het reguliere economische circuit en in de sociale economie binnen de maatwerkbedrijven. Waardig werk is de eerste stap naar een waardig leven.
Daarnaast zijn mensen in armoede vragende partij voor een sterke, laagdrempelige VDAB, zodat ze in hun zoektocht naar werk vlot hun weg vinden. De werkwinkel moet hier een centrale rol in spelen. Dit kan niet vervangen worden door digitale dienstverlening, Mijn Loopbaan, Servicelijn…
Ten slotte vragen we de structurele verankering van de trajectbegeleiding op maat van mensen in armoede. Daarbij komt er een integrale aanpak op het vlak van werk als welzijn. Dergelijke begeleiding biedt pas echt kansen voor mensen in armoede op een duurzame job en idealiter op een uitweg uit armoede.
Peter Heirman, Netwerk tegen armoede