Helft werklozen zoekt onvoldoende naar werk

Hieronder een artikel van De Wereld Morgen over hoe sommige journalisten meegaan in het verhaal ‘werklozen willen niet werken’.
ABVV interpreteerde de cijfers over het aantal RVA-schorsingen correct en komt tot een heel andere conclusie: Niet 50% van de werklozen zoekt (volgens RVA) onvoldoende werk, maar een goeie 7%.
Andere artikels over armoede en werk vind je op http://www.pinterest.com/dezuidpoort/armoede-en-werk/

Journalisten dienen actiever te kijken naar het zoekgedrag van werkzoekenden

‘Helft werklozen zoekt geen werk’. Zo’n titel kan tellen. Maar klopt het ook? Het artikel blijkt gebaseerd op cijfers van de RVA. Maar die werden wel hopeloos verkeerd geïnterpreteerd, zo blijkt uit deze factchecking.
Journalisten dienen actiever te kijken naar het zoekgedrag van werkzoekenden
La Libre Belgique pakte op 12 maart uit met volgende kop: ‘één werkloze op twee zoekt niet actief naar werk’.
Deze kop werd gretig overgenomen door La Dernière Heure. Langs Nederlandstalige kant zagen we eenzelfde, overgenomen artikel in de ‘kwaliteitskranten’ De Morgen en De Standaard verschijnen.
La Libre Belgique baseerde zich op gegevens van een rapport van de RVA, de bevoegde overheidsinstantie, die een evaluatie had gemaakt van de verschillende procedures in het kader van de activering van het zoekgedrag naar werk.
De kop die de journalist hanteert, voldoet aan alle criteria: ze is gebaseerd op een objectieve bron (RVA), ze is spectaculair en het voedt wat veel mensen denken: werklozen zoeken helemaal niet actief naar werk, het zijn luiaards. Kortom: het zijn profiteurs, uitmelkers van onze sociale zekerheid.
Het enige probleem met deze kop: het is een flagrante leugen.

Procedure activering van het zoekgedrag naar werk

Sinds 2004 werd een procedure ‘activering van het zoekgedrag naar werk’ ingevoerd. Deze procedure bestaat in totaal uit drie gesprekken.
Na 15 maanden werkloosheid (indien de werkloze jonger is dan 25 jaar) of na 21 maanden werkloosheid (indien 25 jaar of ouder) wordt de werkloze uitgenodigd voor een eerste gesprek.
Dit eerste gesprek heeft tot doel de inspanningen te evalueren die de werkloze heeft gedaan om werk te zoeken tijdens de periode van 12 maanden vóór het gesprek.
Indien de inspanningen onvoldoende of onaangepast zijn, wordt een actieplan voorgesteld aan de werkloze voor de 4 volgende maanden en wordt hem gevraagd zich ertoe te verbinden de acties die van hem verwacht worden, uit te voeren.
Indien tijdens het tweede gesprek blijkt dat de werkloze zijn actieplan niet heeft nageleefd, krijgt hij een sanctie (gedurende maximum 4 maanden).
Bovendien wordt een nieuw, intensiever actieplan opgesteld, dat de werkloze gedurende de volgende 4 maanden dient uit te voeren.
Het tweede, intensiever actieplan wordt geëvalueerd op het derde gesprek. Bij een negatieve evaluatie wordt de werkloze definitief uitgesloten van het recht op werkloosheiduitkeringen.

107.141 gesprekken

De journalist van La Libre Belgique goochelt met cijfers. Het probleem is dat hij de juiste cijfers hanteert, maar deze niet correct interpreteert. Zo stelt hij dat er in 2013 107.141 werklozen werden uitgenodigd voor een eerste gesprek.
Uit de gegevens van de RVA blijkt echter dat er in 2013 in totaal 107.141 gesprekken werden gevoerd: 72.757 eerste gesprekken, 28.157 tweede gesprekken en 6.227 derde gesprekken.
Het probleem is dat niet alle procedures die werden opgestart in 2013 ook effectief werden afgerond in 2013. Tevens kunnen er tweede en derdegesprekken gevoerd geweest zijn op basis van procedures die werden opgestart in 2012 of zelfs 2011.
Simplistisch gesteld en ervan uitgaande dat alle gestarte procedures (= eerste gesprekken) in 2013 werden afgerond krijgen we volgend schematisch overzicht:
72.757 eerste gesprekken
=> Positieve evaluatie betekent einde procedure
=> Negatieve evaluatie = actieplan
28.157 tweede gesprekken
=> Positieve evaluatie betekent einde procedure
=> Negatieve evaluatie = sanctie (max. 4 maanden)
6.227 derde gesprekken
Positieve evaluatie betekent einde procedure
Negatieve evaluatie = uitsluiting
Vervolgens maakt de journalist een tweede fout. Een fout die aantoont dat hij absoluut geen voeling heeft met de procedure.
De RVA maakt in haar rapport per gevoerd gesprek een evaluatie van het aantal positieve evaluaties.
Op het eerste, tweede en derde gesprek zijn er respectievelijk 50,2, 61,2 en 51,1 procent positieve evaluaties.
Het zijn deze percentages die de journalist overneemt in zijn artikel. Het probleem is dat dit geen goeie basis vormt voor het maken van een analyse betreffende het aantal actief zoekende werklozen. Deze percentages borduren immers verder op het aantal werklozen die zich nog in de procedure bevinden. Met andere woorden het betreffen percentages op percentages.
Een negatieve evaluatie op het eerste gesprek houdt trouwens niet in dat de werkloze niet actief naar werk zoekt. Het kan immers zijn dat de RVA wil dat de werkloze (meer) contact heeft met de begeleider van de VDAB (de oorzaak van het ontbreken/gering contact met de VDAB is in vele gevallen niet de schuld van de werkloze, maar veeleer een probleem van een te gering aantal begeleiders), de werkloze een activakaart dient aan te vragen, de werkloze op een andere manier dient te solliciteren,…
Met andere woorden: de RVA stelt een actieplan op zodoende de werknemer meer mogelijkheden te geven in zijn zoektocht naar werk. Dit is meteen ook de reden waarom een werkzoekende bij een negatieve evaluatie op een eerste gesprek geen sanctie krijgt.

Stijging van 10,4 procent

De artikelen van De Morgen en De Standaard doen er zelfs nog een schepje bovenop. Men stelt dat er in 2013 17.140 sancties werden opgelegd, hetgeen een stijging van 10,4 procent t.o.v. 2012 inhoudt. Het betreft alweer een miskleun.
Voor de duidelijkheid: in 2013 werden er inderdaad 17.140 sancties opgelegd.
In 2012 ging het om 15.527 sancties. Als je deze 2 cijfers vergelijkt, gaat het inderdaad om een stijging van meer dan 10 procent. De vraag die men zich echter dient te stellen, maar waar de kranten los aan voorbijgaan, is hoeveel werklozen er in aanmerking kwamen voor een sanctie.
Als we het aantal sancties vergelijken met het aantal gevoerde gesprekken in 2012 (98.229) en 2013 (107.141) dan gaat het respectievelijk om 15,8 procent en 16 procent; een stijging van 0,2 procent…

5.598 uitgesloten werklozen

Tot slot, indien men toch zo graag een percentage wil kleven op het aantal ‘onwillige werklozen’, dan dient men te kijken naar het aantal werklozen dat in het kader van de procedure werden uitgesloten van het recht op werkloosheidsuitkeringen. Dit aantal dient vervolgens vergeleken te worden met het totaal aantal uitgenodigde werklozen in het kader van deze procedure.
Welnu, uit het rapport van de RVA blijkt dat er in 2013 5.598 werklozen werden uitgesloten van het recht op werkloosheidsuitkeringen. 5.598 werklozen op een totaal van 72.757 werklozen. Dit stemt overeen met 7,69 procent, wat toch net iets anders is dan 50 procent…
Wouter Wittevrongel is medewerker van de studiedienst van de Algemene Centrale – ABVV.