Middenklassers willen vooral hun eigen voordelen behouden en niet bijdragen aan die van een ander

Bron: OPINIE – De Morgen− 15/01/14, 06u00

Norah Karrouche (1984) is historica door de week en schrijft in haar vrije tijd.

Uit een nieuwe studie over sociale ongelijkheid in Europa waarover deze krant maandag berichtte, blijkt dat België in deze crisis al bij al standhoudt dankzij een stevig uitgebouwde sociale zekerheid. Toch krijgen een aantal groepen het zwaar te verduren: migranten, alleenstaanden, jongeren. Wie zich de afgelopen weken liet schofferen door de vooruitgangsfetisj van een aantal opiniemakers in deze krant deed dat dus niet geheel onterecht.

Voor veel gezinnen gaat het ondanks alles nog steeds goed. Toch valt het me op dat we er telkens weer in slagen om ons bekocht te voelen wanneer politici tegen de stroom in nog eens luidop durven speculeren over een verhoging van sociale bijdragen of bijkomende investeringen en jobcreatie in de publieke sector. Wanneer een voorzitter van een vakbond een dergelijk voorstel lanceert, gaat het dak er helemaal af. Iedereen kan onze sociale voorzieningen wel appreciëren, maar niemand wil ervoor betalen.
Kortom: we schuwen maatregelen die nu niet het grote verschil maken voor onze persoonlijke rekening, maar die op termijn wel het collectief en kwetsbare groepen in het bijzonder moeten behoeden voor armoede. Het verbaast me dan ook niet dat het voorstel van Rudy De Leeuw over de afschaffing van het fiscale voordeel van het pensioensparen meteen met de grond gelijkgemaakt werd. Dergelijke maatregel zou immers de middenklasse raken, een vaag omgrensde maar niettemin grote groep burgers waar politieke partijen graag hun stemmen halen en waar het voor iedereen goed vertoeven is, vooral wanneer daar een of ander fiscaal voordeel te verdedigen valt.
Middenklassers. Terwijl nagenoeg iedereen in mijn omgeving zich tot de middenklasse rekent, lijkt niemand me te kunnen vertellen wat die middenklasse nu precies is. Hangt dat af van je inkomen, van het soort van arbeid dat je verricht, de familie waarin je werd geboren? Er bestaat geen sluitende definitie, dus weet niemand wat het precies betekent om lid van de middenklasse te zijn. Toch wil iedereen erbij horen. Dat geldt ook voor de armste en de rijkste Belgen. Zij schalen zich respectievelijk intuïtief te hoog en te laag in. Misschien is dat gewoon een middenklasseding.
Terwijl ik de afgelopen weken en dagen in deze krant vernam dat we in een geweldige tijd leven, heb ik vaak gedacht dat de middenklassepartijen met hun middenklassemaatregelen voor hun middenklassekiezer deze geweldige tijd maar eens moesten komen uitleggen in een lukraak gekozen maar niet zo middenklassewijk, aan de werkzoekende afgestudeerden die de dagen tellen tot ze recht hebben op een inschakelingsuitkering, aan de alleenstaande ouders die verondersteld worden om met een maandelijks nettoloon van om en bij 1.300 euro rond te komen en twee kinderen op te voeden, en aan de migrant die nu eenmaal de pech heeft altijd en overal de migrant te moeten zijn. Voor de goede orde: in hun ogen is pensioensparen een luxe die rijke mensen bedrijven.
Het label van middenklasser lijkt me dan ook handig als je je geschoffeerd en bekocht wilt voelen, ook wanneer daar niet meteen reden toe is. Wie vandaag nog pleit voor een versterking van de sociale zekerheid stuit de publieke opinie tegen de borst en wordt opzijgeschoven omdat, als puntje bij paaltje komt, we allemaal liever middenklassers zijn. Maar wie zijn die middenklassers dan nog? Ze lijken me vooral hun eigen voordelen te willen behouden en niet te willen bijdragen aan die van een ander. Ik denk dat het dat is wat een crisis met middenklassers doet.